Precies een week geleden was ik aan het huilen toen papa me ophaalde van de crèche.
Ik was net in slowmotion van de glijbaan achterover gevallen…. Maar… Keurig opgevangen door juf en dus niets aan de hand.
Niemand wist waarom ik huilde. Ik wel natuurlijk, maar ik kan natuurlijk niet uit m’n rol vallen waarin ik doe alsof ik niet kan praten.
Goed volgehouden, want ze hebben nog steeds geen idee.
Het leek m’n hoofd, en als ze vragen of het m’n hoofd is, zeg ik ‘ja’. En als ze dan vragen of het m’n tenen zijn, zeg ik ‘ja’.
En als ze dan vragen of het m’n knie is, zeg ik ‘ja’, en als ze vragen of het m’n linker arm is, zeg ik ‘ja’.
Maar… als ze vragen over het m’n rechter elleboog is, dan zeg ik ‘juaa’.
Want daar is iets aan de hand.
Toen vorige week Chloé’s gisp er af ging, heeft papa de dokter naar m’n arm laten kijken, gebroken is het niet.
Maar waarom doet het dan zo’n pijn?
Het lijkt het onderwerp van de week zowel op de crèche als thuis, maar niemand weet het antwoord.
En eerlijk gezegd weet ik het ook niet meer. Wel waar het pijn doet, maar niet waarom het zo lang duurt.
Papa en mama vragen nog steeds of het nog pijn doet, omdat ze twijfelen of ik nou wel of niet naar de dokter moet om te vragen of ik een foto mag maken net als Chloé.
En weet je hoe ik dan antwoord?
Zou hij de arm van Chloé in gedachten hebben?
Ja… Net als je grote zus een zere arm. Eerlijk is eerlijk! Papa en zijn broer hadden vroeger ook altijd alles in stereo…
Even gied naar laten kijken!
Sterkte!